Outback

Inmiddels hebben we het drukke Sydney verlaten en zijn we aangekomen in Alice Springs. Even een vlucht van 3,5 uur en dan ben je in Central Australia. Het vliegveld is heel schattig, lopend naar een hal met daarin vertrek, douane, aankomst en de bagageband ineen. Ook hier gaat het vlot met de bagage, er is een shuttle bus die ons naar het centrum van Alice Springs brengt. Hier gaan we een camper ophalen. Wat ons heel simpel leek, is hier toch best een gedoe. Weinig campers beschikbaar en ze wilde ons dan een dure aansmeren. Na aangegeven te hebben naar de concurrentie te gaan, kon er opeens toch een camper voor ons geregeld worden. Tegen het einde van de middag waren we er klaar voor, op avontuur met de camper. Even wennen, ze rijden hier links en bijna alles werkt andersom. Er is gelukkig voldoende parkeergelegenheid bij de supermarkt dus kunnen we wat boodschappen halen. De komende dagen zullen we de Outback ingaan en niet veel tegenkomen. De supermarkt hier is heel groot en er is van alles te krijgen, maar voor drank is er een aparte shop. Er wordt zelfs aan de hand van je rijbewijs gekeken of je een verleden met alcoholmisbruik hebt, anders krijg je niet eens wat mee.

Een camping vinden in Alice Springs is snel gedaan. Ze zijn hier voorbereid op toeristen en er zijn meerdere campings. Omdat we morgen richting Uluru willen rijden, zijn we naar een camping aan de rand van het stadje gegaan. Er was nog genoeg plek, zelfs een plaats met stroom en de douches en wc’s zitten om de hoek. Eerste nacht in de camper is dus een luxe nacht! Op het gemak koken, eten en de camper ombouwen. Want ja, de woonkamer is ook eetkamer en ook slaapkamer. Maar het is wel knus en gezellig, best belangrijk want het is hier ‘s nachts gewoon koud. Ook hebben we soms nog een beetje last van het tijdsverschil, dus we worden nogal eens midden in de nacht wakker. Dit keer toch nog in slaap gevallen, dus lekker goed uit kunnen rusten.

In de camper hebben we een broodrooster, dus lekker een ontbijtje maken. Alles weer omgebouwd en klaar om te gaan. Uluru ligt op ongeveer 5 uur rijden van Alice Springs dus we kunnen een flink eind rijden met ons tijdelijke onderkomen. De omgeving is prachtig, een wereld van verschil met een stad als Sydney. Het eerste stuk rijden we in the middle of nowhere en komen we bijna niemand tegen. Je kan hier uren rijden en een handjevol mensen tegenkomen. Halverwege nog even tanken, midden in de Outback wil je niet zonder benzine komen te staan. Inmiddels zitten we op de enige weg die ons bij Uluru gaat brengen en komen we wat meer mensen tegen. Allemaal op weg naar, of terugkomend van, Uluru. Het enige wat een beetje tegenvalt, is dat we in al die uren op de weg nog geen kangoeroe hebben gezien. Wel zien we veel vogels en zelfs een dingo.

Vanavond slapen we in Yulara, een klein plaatsje vlakbij Uluru. Zo rustig als het in Alice Springs was, zo druk is het hier. De enige camping vlakbij een enorme toeristische trekpleister is al helemaal vol. Er is gelukkig nog wel plaats, maar dan zonder stroom. De accu voor de koelkast en de lampen doen het ongeveer 2 dagen dus voor vanavond is dat helemaal prima! Nu we zeker weten dat we hier kunnen overnachten, is het tijd om naar Uluru te rijden. Op weg hiernaartoe hebben we er al een blik op kunnen werpen, maar hoe dichterbij we komen, hoe imposanter het is. Wat een bijzonder gezicht, Uluru van zo dichtbij te mogen zien. We kunnen met camper en al het park in, zodat we veel kunnen zien in weinig tijd. Na een stuk gereden te hebben zetten we de camper weg en gaan we een eindje rondom Uluru lopen. Zo groot als het is als je er naast loopt en hoe klein je jezelf dan voelt, het is een ongelooflijk gevoel. Ook de details op en in Uluru zijn geweldig. Je ziet precies hoe het water afgevoerd wordt en waar in holle stukken de aboriginals gewoond en geleefd hebben. Soms zie je zelfs nog oude tekeningen in de rots staan. Echt een enorme beleving, zo bijzonder! De wandeling hebben we ons echter wel op verkeken. Het pad loopt erg ruim rondom Uluru en na bijna een uur wandelen hebben we nog niet eens de helft gehad. Omdat het al tegen de avond loopt, gaan we terug naar de camper en zoeken we een plek iets verder van Uluru af om de zonsondergang te kunnen zien. Deze is bijna goed zichtbaar, maar het laatste stuk schiet de zon achter de wolken. Niet het effect wat we hoopten te zien, maar toch een schitterend gezicht.

Eenmaal terug op de camping mogen we zelf een plek uitzoeken om te staan, omdat we zonder stroom staan. Dan op het gemak koken, eten en de camper ombouwen. Ook hier is het erg koud ’s nachts dus meteen wat extra kleding klaarleggen voor de nacht. Het voordeel van een camper is lekker alles bij de hand hebben. Behalve dan de douche en toilet, die past er niet meer in. Het toilet hier is prima, de douche op zich ook maar er komt helaas alleen koud en een beetje lauw water uit. Snel afspoelen en warme kleding aan! Morgenochtend kunnen we hopelijk een plekje vinden met een mooi uitzicht op Uluru en de zon op zien komen vanachter Uluru vandaan.

Half 7 opgestaan, de horizon kleurt al rood. Snel aankleden en een mooi plekje zoeken voor de zondopkomst. Ook bij de ochtendzon blijft Uluru een impossant gezicht. Maar Uluru is niet het enige wat vandaag op de planning staat. We gaan weer een eindje rijden, zo’n 3 uur dit keer. Onderweg komen we een kudde kamelen tegen en een kudde koeien. Dan komen we aan bij Kings Canyon, een enorm gebergte met een krachtig uiterlijk. In de rotsen zie je vanaf de weg al overal scheurlijnen lopen en daartussen groeien allerlei bomen en struiken. Onderaan de berg, vanaf de parkeerplaats, kan je verschillende routes kiezen om een wandeling te maken. Wij kiezen voor de Kings Canyon rim walk, een route van 6km die ons helemaal bovenop gaat brengen. Met een steile ‘trap’, een stapel stenen die zo liggen dat je omhoog kan klimmen, gaan we zo’n 200m omhoog. Het is een pittige klim maar eenmaal boven is het uitzicht adembenemend. We klimmen tussen rotsen door en vanaf verschillende uitkijkpunten heb je mooi uitzicht over de vallei. Ook zie je in de rotsen stukken met rimpels, stukken versteende zeebodem. Fossielen van (zee)dieren hebben we nog niet gezien. Als we oversteken lopen we over een loopbrug zo over een scheurlijn naar de andere kant. Er stroomt wat water doorheen en er groeien veel bomen en planten. Ook zitten er veel verschillende dieren, zoals vogels en kikkers. Op de rotsen en tussen de spleten leven ook kangoeroes, maar deze hebben we helaas niet gezien. Via de andere kant van de rots klimmen we nog een stuk voor we de afdaling inzetten en naar beneden lopen. Dit gaat gelukkig makkelijker dan omhoog aan het begin!

Na onze wandeling in Kings Canyon is het tijd om verder te rijden, omdat we met daglicht Alice Springs weer willen bereiken. Het is herfst hier dus ook al vroeg donker en we hebben nog een flinke rit te gaan. De TomTom wijst ons de weg, maar wel een andere kant op dan waar we vandaan kwamen. In Nederland is dat heel normaal, maar hier gaat er eigenlijk maar een weg van en naar Alice Springs. Na een half uur rijden komen we dan ook terecht op een onverharde weg. Alles schudt en trilt in de camper, hadden we nu maar een 4x4 dan was het nog te doen, maar hier valt voor ons niet te rijden. Gelukkig is het rustig op de weg en kunnen we makkelijk omdraaien. We zijn wel flink wat tijd verloren en de reistijd op de TomTom loopt enkel maar op. Het gaat erom hangen of we het nog gaan halen om in Alice Springs te komen voor zonsondergang. Een kangoeroe hebben we wel gezien, eentje zat er op de weg voor de auto. Keihard op de rem en gelukkig hopte hij weer verder. Even later zien we er ook een langs de kant van de weg zitten. Hoe goed we ook ons best doen, in de bergen gaat de zon gewoon nog eerder onder. Er zit niets anders op dan langs de kant van de weg te gaan kamperen. Op de meeste plekken is het toegestaan om 24 uur stil te staan, dus gaan we ons net als enkele andere campers, klaarmaken voor de overnachting. Er zit zelfs een wc bij, niet dat je daar blij van wordt maar beter iets dan niets!

Om half 5 zijn we even wakker, wat is het koud hier! Brrrr, snel een vest aantrekken en weer onder de dekens. Samen nog even sterren kijken, dat is het voordeel van langs een snelweg parkeren, er is zijn geen lampen in de buurt dus we zien de hele melkweg liggen. Dan de gordijntjes weer dicht en verder slapen. Met zonsopkomst zijn we weer wakker, lekker aankleden en de zon zien opkomen. Tijd om naar Alice Springs te rijden, even wat boodschappen inslaan en op weg naar Tennant Creek. Onderweg zien we het landschap langzamerhand een beetje veranderen. Het woestijnlandschap wordt steeds een beetje groener en er groeien steeds meer bomen en struiken. Zo’n beetje om de 200km kom je hier een tankstation tegen dus we zitten altijd met minimaal een halfvolle tank. Wel een fijn idee, we willen geen risico lopen om zonder benzine langs de weg te staan. Als we bijna bij Tennant Creek zijn, rijden we langs Devils Marbels. Allemaal stenen die half op elkaar gestapeld bij elkaar liggen. Een mooi gezicht en nog even de benen strekken voor we naar de camping doorrijden. Tennant Creek is een stadje wat aan de snelweg gelegen is. Of eigenlijk, de snelweg loopt dwars door Tennant Creek! Ze rijden alleen tijdelijk even wat langzamer. De camping is netjes en behalve dat het zondag is en er niks open is, hebben we hier nog een heerlijke middag. Eindelijk is het warm genoeg om ’s avonds buiten te kunnen zitten en als het goed is, is het vannacht ook een stuk minder koud. Morgen gaan we weer een flink eind rijden, richting Mataranka.